Een team van boomverzorgers geeft vanaf mei de 'griepprik' aan iepen in Den Haag. Het vaccin moet de bomen beschermen tegen de iepziekte.
Den Haag telt ongeveer 14.000 iepen die langs straten en lanen staan. “Deze iep hoort echt in ons Haagse straatbeeld. Iepen houden van een schrale bodem en ze kunnen goed tegen de zoute zeewind”, vertelt bomenexpert Paul Boeters van de gemeente Den Haag. "Net als mensen kunnen ook bomen ziek worden. De iepziekte is een soort trombose”, vertelt Paul. Voor de zeer besmettelijke iepziekte is een klein beestje verantwoordelijk: de iepenspintkever. Het diertje brengt een schimmelziekte over, die de dodelijke iepziekte veroorzaakt.
“Het kevertje is zich van geen kwaad bewust en legt eitjes achter de bast van een zieke iep. Die komen in het voorjaar uit en de kevertjes boren vervolgens gaten in de bast. Als hij uitvliegt neemt hij de schimmel mee naar gezonde bomen. En zo kan het snel op gezonde bomen overslaan.”
Prikjes rond de stam
Om ziekte te voorkomen krijgen de iepen in onze stad een jaarlijkse prik. Het injecteren moet vroeg in het groeiseizoen gebeuren, als de iepen net uitlopen. Ook moet het mooi weer zijn. De bast moet namelijk droog zijn, zodat de boom het middel als het ware opzuigt. Ongeveer de helft van alle Haagsse iepen krijgt prikjes rondom in de stam, de andere helft bestaat uit grotendeels nieuwere iepsoorten die van nature beter zijn beschermd tegen iepziekte. “Den Haag was 20 jaar geleden de eerste stad met een vaccin tegen de iepziekte. Gelukkig maar, want op het dieptepunt van de iepziekte stierven er jaarlijks soms wel 1.500 tot 2.000 bomen!”, aldus Paul.